< Vorige Column index Volgende >

Column: Aanpak scheefwonen is te beperkt

Auteur: Frank Zwetsloot
Datum: 27-10-2011

Minister Donner bereidt een wet voor waardoor de maximale huur van sociale huurwoningen met 5% kan stijgen. Hiermee wil hij het scheefwonen aanpakken. Deze aanpak roept een aantal vragen op die wederom bevestigen dat een integrale aanpak van de woningmarkt noodzakelijk is en het dossier niet opgeknipt moet worden. Het is daarnaast de vraag of het scheefwonen met deze maatregel daadwerkelijk wordt opgelost.

Woningcorporaties hebben geen belang bij hogere huurverhoging
Scheefwoners zijn eigenlijk de meest ideale huurder voor woningcorporaties. Ondanks dat ze niet in het plaatje van de doelgroep passen, zijn het vaak betrouwbare huurders. Ze hebben voldoende geld om hun huur te betalen en ze willen niet weg uit hun woning. Hun huisvestingslasten zijn zo laag dat de verhuisgeneigdheid heel laag is. Voor een woningcorporatie is het natuurlijk plezierig om meer huur te ontvangen. Het is echter niet hun belang om deze huurders te verliezen. Deze groep huurders kost weinig geld, doordat ze niet verhuizen en weinig huurachterstand hebben. Al met al zullen woningcorporaties de 5% huurverhoging niet zomaar voor al hun scheefwoners doorvoeren.

Relatie met markthuur
In de voornemens van de minister wordt geen enkele relatie gelegd met de markthuur. De Nederlandse woningmarkt is door haar vele type subsidiering geen vrije markt te noemen. Door de stijging van 5% voor scheefwoners komt er een extra element bij. Daarnaast is voor mij een wezenlijke vraag hoe lang de 5% stijging doorgevoerd gaat worden. Als het verschil tussen markthuur en sociale huur voor een woning momenteel bijvoorbeeld 20% bedraagt dan wordt de huur van de sociale huur woning na ca. 7 jaar hoger dan de markthuur. Het is de vraag of dit een gewenste ontwikkeling is. Wordt in de toekomstige wet een relatie gelegd met de markthuur? Indien wel een relatie wordt gelegd, dan vraag ik me af hoe de verschillen tussen de lokale markten wordt ingevuld. De verschillen in markthuren tussen het centrum van Utrecht en de buitengebieden van Groningen en Limburg zijn natuurlijk immens.

Beoordeling scheefwoner door overheid?
In de berichtgeving komt naar voren dat de maximale huur verhoogd wordt met 5%. Door de maximale huur te verhogen wordt het speelveld voor de woningcorporaties diffuus. De macht van de hoogte van de huur ligt bij de woningcorporatie en wordt niet meer vastgesteld op basis van het puntenstelsel. Het is de vraag of de woningcorporatie voldoende inzicht heeft in de inkomsten van een huurder. Een huurder kan nevenactiviteiten hebben of een vermogen hebben opgebouwd die voor een corporatie niet te controleren zijn. Het beoordelen van de inkomenspositie van een huurder kan beter door de overheid gedaan worden. De overheid lijkt hierin de beste partij, omdat zij inzicht hebben in de belastingaangifte van individuen. Woningcorporaties gaan dit vervelend vinden, omdat hun autonomie wordt aangetast wat zeer begrijpelijk is.

Al met al dus veel haken en ogen om alleen de scheefwoner aan te pakken en niet met een integrale aanpassing van de woningmarkt te komen en veel problemen met de invoering van de hogere huurverhoging.